Dit blijkt uit de KvK Bedrijvendynamiek die KvK deze week heeft gepubliceerd. Het aantal faillietverklaringen maakt deel uit van het aantal stoppers dat KvK registreert. In vergelijking met het eerste halfjaar van 2019 stopten dit jaar een kwart meer ondernemingen, van 78.293 stoppers tegen 62.872 in dezelfde periode van 2019. In die periode kregen bedrijven last van de coronacrisis. Met name in juni stopten veel zzp'ers (26%) en parttime zzp'ers (50%).
Daar zitten ook veel slapende bedrijven tussen. Dat kan een vertekend beeld geven, zegt de KvK. Van de ruim 78.000 stoppers is 19% namelijk een inactief bedrijf dat door de KvK zelf is uitgeschreven. Als het totaal aantal stoppers hiervoor wordt gecorrigeerd, is het aantal stoppers 1% hoger dan in 2019, toen er 62.872 stoppers waren. De KvK bepaalt of een bedrijf nog actief is aan de hand van gegevens van de Belastingdienst.
Krachtig herstel in juni
Terwijl het aantal faillissementen in de eerste helft van het jaar toenam, daalde het aantal startende ondernemers. Over de gehele linie waren er 5% minder ondernemingen gestart dan in 2019 (112.753, tegen 118.103 in 2019). In juni, de laatste maand van het tweede kwartaal was er wel weer sprake van een krachtig herstel. Van een afname van het aantal starters in de maanden april (-34%) en mei (-11%), naar een toename van 20% in juni.
Meeste stoppers in ICT en media
Vrijwel alle sectoren laten een toename zien van het aantal stoppers (25% over het totaal). Alleen bij financiële instellingen waren er juist minder stoppers (-4%). De sectoren met de hoogste percentages stoppers, zijn ICT en media (45%), zakelijke diensten (40%), industrie (30%) en cultuur, sport en recreatie (27 %). In de detailhandel en land- en tuinbouw waren het eerste halfjaar meer starters dan stoppers. In alle andere sectoren was sprake van een afname.
Verschillen per provincie
De provincies Flevoland (-10%), Utrecht (-9%) , Noord-Holland (-8%) laten een hoger percentage in de afname van starters zien dan landelijk (-5%). De provincies Friesland en Drenthe laten de grootste toename in de stoppers zien (beide 40% t.o.v. 25% landelijk). Flevoland (13%), Noord-Holland (15%), en Utrecht (16%) hebben percentueel minder stoppers vergeleken met het landelijk beeld (25%).
De economische effecten van de coronacrisis verschillen per regio. Om dit goed te monitoren ververst KvK de gegevens van de KVK Regiodata nu ieder kwartaal in plaats van jaarlijks. Volgende week verschijnt een bericht met cijfers over het tweede kwartaal. Daaruit wordt duidelijk welke regio’s meer of minder zwaar getroffen worden door de coronacrisis.