Wat is een broodfonds?
Een broodfonds bestaat uit een groep van 20 tot 50 ondernemers, met name zzp’ers, die elke maand geld opzijzetten op hun eigen broodfondsrekening. Dit doen ze tot een bepaald maximumbedrag is opgebouwd. Als er iemand uit de groep langer dan een afgesproken periode ziek is, maken de overige deelnemers maandelijks een bedrag van hun broodfondsrekening over aan de zieke.
Waar komt het broodfonds vandaan?
Het eerste broodfonds stamt uit 2006. Drie zelfstandige ondernemers wilden zelf een financieel vangnet organiseren voor arbeidsongeschiktheid. Hun idee bleek te werken. Nu begeleiden zij als de BroodfondsMakers andere ondernemers die een broodfonds willen oprichten. Inmiddels zijn er zo’n 330 broodfondsen met een kleine 15.000 deelnemers.
Wat zijn de voordelen?
- Betaalbaar
De inleg voor een broodfonds varieert van ongeveer € 30,- tot iets meer dan € 100,- per maand. Dat is lager dan de premie voor een AOV. Bovendien leg je in tot een bepaald bufferbedrag. Als aan het eind van het jaar blijkt dat je boven dit bedrag uitkomt, dan krijg je het teveel teruggestort.
- Inleg blijft van jezelf
Het geld dat je elke maand stort, blijft van jezelf. Als je uit het fonds stapt, krijg je dat bedrag terug. Minus de bedragen die je aan zieke fondsgenoten hebt geschonken.
- Solidariteit en vertrouwen
De leden van een broodfonds kennen elkaar. Je bent er met elkaar verantwoordelijk voor dat alles goed loopt. Alles draait om onderling vertrouwen. Je hoeft bijvoorbeeld geen doktersverklaring te overleggen om te bewijzen dat je echt ziek bent als je niet kunt werken.
- Transparant
Een broodfonds is geen complex financieel product. De basis bestaat uit afspraken tussen gelijkwaardige partners. De groep zet voorwaarden op papier die voor iedereen gelijk zijn. Je hebt als lid van een broodfonds een helder inzicht in hoe alles werkt en weet precies waar je aan toe bent.
- Belastingvoordeel
Voor een broodfonds geldt het schenkrecht. Het bedrag dat je ‘schenkt’ aan een zieke deelnemer is belastingvrij (tot het maximum dat de Belastingdienst stelt).
Wat zijn de nadelen?
- Vertrouwen versus wantrouwen
De leden van een broodfonds moeten elkaar wel blijven vertrouwen. Iedereen moet open zijn over zijn gezondheidstoestand. Dat betekent dat je als groep duidelijk moet afspreken hoe je daar zorgvuldig mee omgaat. Wie ziek is, bepaalt zelf wat hij doorgeeft aan de andere leden over zijn ziekte.
- Hoogte uitkering
De uitkering die je van een broodfonds krijgt, is afhankelijk van de inleg. Het minimum is € 750,- en het maximum € 2.500,- netto per maand. Een hogere uitkering is niet mogelijk.
- Maximaal 2 jaar een uitkering
Als je ziek bent, krijg je maximaal 2 jaar een inkomen uit een broodfonds. De kans dat je binnen 2 jaar weer aan de slag kunt, is groot. Maar als je toch langer dan 2 jaar uitgeschakeld bent, dan ben je aangewezen op de bijstand.
- Inleg niet belastingvrij
Het geld dat je aan een zieke schenkt, is belastingvrij, maar de inleg is dat niet. Bij een AOV is de inleg aftrekbaar van de inkomstenbelasting en is de uitkering juist wel belast.
- Geen ondersteuning
Bij een broodfonds krijg je geen deskundige hulp als je weer terug wilt keren naar je werk. Bijvoorbeeld als je herscholing nodig hebt om weer aan de slag te gaan.
Broodfonds of AOV?
Wat het best bij jou past, is afhankelijk van je eigen wensen en situatie. Je kunt ook kiezen voor een combinatie: een broodfonds voor de eerste 2 jaar dat je arbeidsongeschikt bent, met een AOV die uitkeert na 2 jaar. Zo sluiten de twee regelingen goed op elkaar aan. En bijkomend voordeel: de wachttijd van 2 jaar verlaagt de premie van je AOV flink.
Wil je weten wat een AOV je kost? Bereken dan hier je premie.